Vlinderprinses figurant op de motor

Met al die oldtimers komt het verhaal nog meer tot leven

Nieuws

Figurant Janneke Nijboer – Van Laar uit De Kiel met haar Jawa uit 1949 onmisbaar op de set van De Vlinderprinses. “Met al die oldtimers komt het verhaal nog meer tot leven”

Onopvallend, maar onmisbaar op de set van De Vlinderprinses. Figuranten zorgen voor een geloofwaardige setting. Soms doen ze dat zonder geluid, maar Janneke Nijboer – Van Laar uit De Kiel is op haar klassieke Jawa Perak uit 1949 een uitzondering.

Vlak voordat het muziektheaterspektakel begint, paradeert Janneke met de ronkende oldtimer motor over het speelveld en tijdens de voorstelling maakt ze nog een paar rondes over de Stegenwantsweg langs de bomvolle tribunes. Zo komt het verhaal uit 1952 in al haar facetten nog meer te leven.

Janneke was begin januari namens LOL Kinderopvang bij de themadag over de legende van de Prinses van Zweeloo betrokken. ”Ik kwam met Gerrit Hegen in gesprek over onze gereviseerde oldtimer Jawa Perak, die in onze schuur stof zat te vangen en eigenlijk nodig weer vlieguren moest maken. Mijn vader heeft deze vergane glorie helemaal opgeknapt. Het is een prachtig motorisch pronkstuk van mijn grootvader.”

Janneke stelde de oldtimer beschikbaar aan De Vlinderprinses, maar het tweede verzoek van Gerrit volgde snel: “Wil jij niet zelf als coureur met motorpak uit de vijftiger jaren op de motor act de prescene geven? Ik heb eigenlijk niet lang getwijfeld. Heel mooi om hier medewerking aan te verlenen.”

Janneke koerst dagelijks met de Jawa vanuit De Kiel naar het speelterrein. Als figurant een onmisbare schakel in het totaalplaatje. Twijfel of de motor het gedurende de zeven voorstellingen zal begeven heeft ze niet. “Dit is onverwoestbaar materiaal. Het blok is gereviseerd, nieuwe cilinders en een probleemloze elektronische ontsteking. Dit oudje kan nog jaren mee en dankzij De Vlinderprinses heb ik een nieuwe hobby ontdekt. Ik ga de Jawa Perak voortaan vaker uit de schuur halen. Zonde dat dit pronkstuk stof zit te vangen.”

Foto: Bert Haan