Verfijnd spel, op een manier dat ieder spiertje ertoe doet – Robert Baarda
Robert Baarda (14-3-1974) is theatermaker, studiegenoot van en bevriend met Hanneke Braam. Ze hebben allebei docent drama gedaan in Kampen en Zwolle. Robert is gevraagd om artistieke ondersteuning te bieden bij de spelregie. Dit soort projecten vindt hij geweldig. Een professionele aanpak met amateurs, dat zijn de mooie projecten. “Dus ik ben helemaal blij hier”.
Dat zal nooit meer weggaan
Robert is heel veelzijdig: auteur, theatermaker, singer-songwriter, kortom heel veel. Maar wat is hij nu het meest?
“Goeie vraag”, zegt Robert glimlachend, “Ik ben echt wel de combinatie van alles maar wat het meest waardevol van mezelf is, is wel m’n eigen muziek. Dat is zo persoonlijk en echt van mij. Ja, dus als ik zou moeten kiezen. De muziek zal ik te allen tijde blijven maken en schrijven. Ik ben helemaal niet theoretisch onderlegd, kan geen noot lezen, maar ik heb gitaar leren spelen, zelf aangeleerd en me daarmee leren uiten. Dus eigenlijk vanaf het eerste moment dat ik gitaar ging spelen, ging ik al m’n eigen liedje maken. Dus dat zit er zo in”, zegt hij met overtuiging. “En eh, ja dat vind ik wel het meest persoonlijke eigenlijk. Ik verdien daar niet echt mijn geld mee, maar ik ben blij dat ik af en toe eens een optredentje heb. Dus de vraag, wat doe je het liefst, ja de muziek dat zal nooit meer weggaan”.
Ik vind dit missen of dat is sterk
Het coachen en regisseren op theatergebied is wel wat hij het meeste doet. “Mijn veelzijdigheid is soms ook een beetje mijn nadeel want soms is het ook goed om echt te specialiseren, maar ja, ik houd van heel veel verschillende dingen. Het leuke is om daarop mee te bewegen. Soms is het meer acteren wat op mijn pad komt en nu de laatste tijd ben ik veel in de projecten bezig, zoals bijvoorbeeld dit: locatietheater met amateurspelers. Met wel een uitdagende en ambitieuze inhoud. Dat vind ik heel gaaf om daaraan bij te dragen”. Robert legt verder uit: “Ik heb de afgelopen tijd ook wel uitvoerende kunstenaars die zelf voorstellingen maken en dan kom ik daarnaartoe om wat ik noem coachend te regisseren. Het is hun voorstelling en zij maken keuzes, dus ik bepaal niet wat ze gaan doen, maar ik coach en ik stuur daarin, zo van hee ik vind dit missen of dit is sterk, dit is uitbreiden en dat vind ik mooi”.
Doet hij zelf wel eens aan theaterproducties mee, waarbij je dan eerst auditie moet doen? “Leuk dat je dat vraagt”, zegt Robert, “Ik gedij niet zo goed in auditeren, een raar fenomeen dat je elkaar moet concurreren. Maar ik heb het geluk dat ik tot nu toe regelmatig gevraagd wordt om ergens te spelen. De laatste grote productie waarin ik heb gespeeld was ‘Oorlogswinter’, naar het boek van Jan Terlouw. Dat was voor theatergroep De Jonge Honden uit Zwolle. Dat hebben we gemaakt voor Corona. Verspreid over bijna twee jaar hebben we uiteindelijk de voorstelling gemaakt, veel gespeeld en ook landelijk mee getoerd in grote theaters. Ook wel een hoogtepunt dat je dan in een vol DeLaMar theater mag spelen”.
Ieder spiertje doet ertoe
“Er zijn veel goede acteurs hoor, maar ik heb niet zo mijn helden. In die zin ben ik wel wat te atypisch, denk ik. Het vak an sich vind ik gewoon heel fascinerend. Ik vind het fascinerend dat je met je stem, je mimiek en je lichaam, dat je iets kan communiceren, dat je iets kan raken bij het publiek en dat je iemand kan beroeren, ontroeren. Dat is je instrument”. “En”, zegt hij, “ik houd van verfijnd spel daarin. Ik kan heel groot spelen, maar vind het veel mooier dat ieder spiertje ertoe doet. Dat vind ik mooi. Ik vind het fascinerend wat dat doet”. Om er nog aan toe te voegen “Het is fascinerend om les te geven en te regisseren”.
Maakt het wat uit of het bijvoorbeeld over comedy of klassiek drama gaat? Robert: “Dat maakt qua stijl wel uit, maar uiteindelijk niet, hoe zet je je lichaam in”.
Hoe kijk jij dan naar mensen? Robert vervolgt: “ik ben een beschouwer daar begint het misschien wel mee. Ik heb bijvoorbeeld altijd een fascinatie gehad voor mensen met een apart loopje en niet om ze bespottelijk te maken. En toen ik nog vrij jong was, heb ik mezelf daar ook wel op betrapt: ik was dan al iemand aan het spiegelen zeg maar. Het ging dan al in mijn lijf zitten. Dan deed ik het al na. Dat zat er eigenlijk altijd al in. Dat vind ik gewoon prachtig”, zegt hij lachend.
Het graf van de vijfde vriend
Heb je een doel voor ogen? “Het begint niet altijd met een doel maar een interne noodzaak.
Als je zelf iets wilt maken, dan voel je iets, er moet iets uit en soms is het vaak al makend dat je erachter komt wat dat dan is. Ik heb nu een solovoorstelling die ik in het najaar weer wil spelen, dat is gebaseerd op een fietsreis met vrienden twee jaar geleden naar Zweden, naar het graf van de vijfde vriend. En dat verhaal, dat voelde ik gewoon daar had ik ook al een aantal muzikale nummers onder. Het is een werkelijk gebeurd verhaal en ik wilde daar wat mee doen en omzetten naar iets positiefs en vooral het verhaal vertellen. Dus dat begint met een persoonlijke noodzaak en van daaruit ga je dan maken. Als het voor een ander is, zoals hier, dan is het ook gewoon een opdracht. Dan stel ik mijn talenten ter beschikking aan dat wat hier gemaakt wordt. Daar haal ik ook veel plezier uit. De noodzaak van een ander en om daar dan aan bij te dragen. Dat vind ik ook hier te gek”.
Naoberschap
Robert vertelt enthousiast: “Ik vind het mooi om aan dit soort projecten mee te werken. Ik weet niet maar, noemen ze het hier ook naoberschap? Die gemeenschap zo?” Hij is zelf opgegroeid in een polderdorp, Swifterbant, waar hij het ook heel erg van kent. “Ik hou daar heel erg van, met elkaar, gewoon niet moeilijk doen. Maar wel we gaan de lat eigenlijk te hoog leggen. Het kan eigenlijk niet en toch gaan we het doen. Omdat we het met elkaar doen en dat geeft een trots gevoel en dat vind ik mooi: dat je in een kleine gemeenschap zo’n groot project kunt neerzetten. Dat is gewoon supergaaf. En de lat blijkt dan uiteindelijk niet te hoog. Iedereen voelt dat, en uiteindelijk het publiek ook. Het is gewoon een kick dat je dat hier voor mekaar krijgt in een weiland!”. “Hoe gaaf is dat!”.
Zacht zijn naar elkaar
Kent hij het verhaal? Robert zegt: “ja het is natuurlijk maar een klein stukje wat ik bijdraag. Al die (verhaal)lijnen maakt het heel echt en dat zorgt inhoudelijk voor herkenbaarheid bij mensen. Dat het gebaseerd is op feiten hier in de omgeving. De mythe rondom de Vlinderprinses dat maakt dat het ook echt van deze grond is. En ik denk dat de mensen die eraan meedoen, die voelen zich ook echt van deze grond. Het is ook hun verhaal. En ook al is het geromantiseerd en theatraal gemaakt, er zit een mooie moraal in. En zeker in deze tijd waarin er veel verharding is in de samenleving. Het ligt er niet dik bovenop, maar ik haal het er wel uit. Zacht zijn naar elkaar en naar elkaar blijven luisteren: Dat is een prachtige boodschap in deze tijd”.
Uit de tijd gekomen
Nog meer op zoek naar Robert, naar wie hij is en zijn fascinaties, vind ik op zijn website de CD: Uit de tijd gekomen. Nieuwsgierig beluister ik de EP-livestream en zoek ik de verklaring voor de titel. In het Drents zeggen we: ‘oet de tied kommen’. Spreekt hij misschien ook dialect? “Nou ik kan het wel verstaan en ik kan de klanken wel goed overnemen”, antwoordt Robert. “Bij ons”, zegt hij, “waar ik weg kom, het plaatsje Swifterbant, waar ik ben geboren, daar wonen mensen van allerlei windstreken. Nieuw land. En ik ben eraan gewend dat er heel veel dialecten gesproken werden. Bij ons thuis al. Mijn vader komt van oorsprong uit Friesland en mijn moeder uit Zeeland. En de buren komen uit de Achterhoek. Dus ik heb er wel gevoel voor om de klank over te nemen”.
Maar wat wil hij nu overbrengen met zijn liedjes? “Tja, hoe moet ik dat uitleggen”, zegt hij lachend. “Heel veel van mijn muziek gaat wel ergens over. Een terugkerend thema is toch wel de dood. Dat vind ik een fascinerend thema. Het leven bestaat bij de gratie van de dood. We zitten in deze tijd gevangen. Dat is wat we kennen en daarbuiten geen idee wat er allemaal is. De eindigheid en het verdriet. Het nummer (‘uit de tijd gekomen’) is ook daarop geschreven.
Ik heb ook een Engelstalig album: ‘The modern freak show’. De nummers daarop gaan ook over de huidige tijd, de ingewikkeldheid, de hardheid en het populisme van deze tijd. Het is mijn bespiegeling over de huidige tijd”.
Goud
Wat wil je voelen als je naar een voorstelling gaat? Robert: “Ik heb eerder gezegd, als ik de noodzaak zie op het podium in acteren. Als je het voelt dat het dan echt zo is. En als het zo overkomt, dat ik denk, ja dat meent ie, dat meent zij of dat menen ze als groep. Dat vind ik heel sterk en daar ga je in mee. Dan word je gepakt. Als het mij raakt hebben ze hun doel bereikt. En als ze ook nog raken op een manier zoals het bedoeld is, dan is het helemaal goud!”.
Tekst Gienus Woldring
Foto: Bert Haan