De Vlinderprinses is een proces. De weg ernaartoe is langer dan het doel. Uiteindelijk is dat veel mooier – Carina Vinke.
Wie is Carina Vinke?
Carina somt op: “Ik ben Drents, ik ben zangeres, klassiek geschoold en heb als soliste een internationale carrière, verder ben ik zangdocent aan het conservatorium in Den Haag en geef ik les bij ‘zing je sterk’ ook is ze artistiek leider van Calma Producties. Daarnaast is ze dirigent bij Pur Sang in Sleen en is ze nu zangcoach bij de Vlinderprinses.
Ze woont met haar man en twee jongens van 10 en 12 op Erica. Haar man Jelle speelt piano maar niet professioneel. Haar kinderen zijn vooral sportief. “Maar ik zou het wel leuk vinden als ze een instrument gaan spelen.” De kinderen groeien wel op met zingen en horen veel muziek, maar ze hoeven niet per se. Carina merkt op: “als je het echt wilt maken, moet je al heel vroeg beginnen. De klassieke wereld is hard werken”.
Hoe sta je te zingen?
Carina: “Begin vorig jaar ben ik benaderd. Harm ken ik natuurlijk van het koor, Jan ken ik ook en we hebben veel respect voor elkaar. In het verleden heb ik stemvorming gegeven bij zijn koren. Gerrit klonk heel enthousiast toen hij vroeg zou je mee willen doen? Nu ben ik de coachende rol wel gewend op het conservatorium”. Wat het wel iets makkelijker voor haar maakt is dat ze alles mag zeggen, ook omdat ze geen actieve rol als uitvoerende heeft. Wel als coach maar zelf niet als zangeres of actrice.
Hoe kijk je naar dit spektakel? Carina zegt: “Ik vind het heel erg leuk. Het mooiste is dat het een community-project is voor iedereen”.
Benader je mensen met weinig (zang)ervaring dan anders dan een professional? “Nee”, zegt Carina “Iedereen heeft de audities doorstaan. En iedereen is even belangrijk. Voor mijzelf is het een uitdaging. Mensen begrijpen niet altijd meteen wat je bedoelt. Maar het gaat om het zingen, de uitstraling en de expressie”. En voegt ze eraan toe: “hoe sta je te zingen, en hoe maak je je stem los”.
Bewust zijn en wat raakt je
Soms zijn er wel 30 punten om aan te kunnen werken. Maar wat in haar ogen het meest belangrijk is: bewust zijn van je zanglijf en het personage die je speelt in houding en positie en een bewuste ademtechniek. En met nadruk zegt Carina: “Pretlichten vind ik ook belangrijk”.
De saamhorigheid raakt haar het meest. Elkaar de ruimte geven, ondersteunen en elkaar wat gunnen. “Af en toe heb ik even een knipoog met dirigent Pieter als het over technische dingen gaat”. Een hoogtepunt is wel het samenbrengen van koor en solisten met het orkest in een giga mooi project en dat je elkaar draagt. Want hoe vaak gaat het in de wereld ook weleens mis als er veel mensen samenkomen.
De favoriete nummers uit de productie om maar een paar te noemen zijn voor haar: ‘Sexy Carolien’, ‘Mamme’ en ‘Rust maar zacht’.
Soms hard werken
Op haar 9de zat ze al in een nationaal kinderkoor en op haar 15e is ze al naar Den Haag gegaan voor haar klassieke zangcarrière. Voor een klassieke zangopleiding moet je niet in Drenthe zijn. Het is een kwestie van hard willen werken en nuchterheid. Carina legt uit: “En als je de beste wilt worden moet je je kop boven het maaiveld uitsteken.” Misschien heeft de noordelijke nuchterheid wel in haar voordeel gewerkt.
Openstaan
In 2007 behaalde ze met een 9 haar master in opera. Ze heeft ongeveer alles van Mahler gezongen en soleert wereldwijd van Mexico tot Japan. Ook veel opera en dat komt neer op nu ongeveer 2 producties per jaar. Ze is verder gespecialiseerd in het Spaanse lied, zowel klassiek als volksmuziek. Ze zingt jaarlijks Bach zijn grote werken sinds haar negentiende. Belangrijk vindt ze dat je openstaat om continu te leren of je nu professional bent of amateur. Openheid, ontvankelijkheid en nieuwsgierigheid. “Ik ben ook begonnen vanuit nieuwsgierigheid”, zo vertelt ze, “en ik krijg ook nog vaak aanwijzingen van dirigenten en collega’s. Het is daarom niet zo’n groot verschil professional zijn of amateur. Het is hoe je het brengt. De weg ernaartoe is langer dan het doel. Maar uiteindelijk is dat veel mooier”. Geloof wat je zingt en laat het zien heeft ze tijdens de repetities ook al opgemerkt. Ze vindt veel stukken mooi in de Vlinderprinses. Ze noemt de samenzang van Jeroen en Josh met het koor. Ze herkent en ziet de lol en het plezier, de dialoog en soms zijn de liedjes tranen trekkend.
Zangcultuur en minder stress
Ze is opgegroeid met het Drents wat haar ouders spreken. Ze moest er wel aan wennen dat het Drents per streek zo verschillend is. En de vraag wat ze als Ericase van Daniël Lohues vindt heeft ze al (te) vaak gehoord. Ze heeft een brede smaak. Buiten de klassieke muziek, houdt ze van Jacob Collier, Coldplay. Ook de teksten van Wende Snijders spreken haar aan. En de Franse chansons van Piaf, Jacques Brel en Aznavour kan ze waarderen.
Ze concludeert dat er in de landen om ons heen, veel meer een zangcultuur heerst dan in Nederland. We zingen te weinig op school. In het buitenland wordt er van jongs af aan gezongen. Die zangcultuur ontbreekt in Nederland. Carina zegt: “je moet openstaan waar je meer van wil weten. En laat kinderen zingen. Ik probeer mijn steentje bij te dragen b.v. op de school van mijn kinderen”. “En dat geldt nu ook bij de Vlinderprinses”, zegt Carina “, zingen, musiceren met anderen leidt tot minder stress en depressie”. “Door ademhalingstechnieken en het maken van muziek kunnen we mentaal tot meer in staat zijn. Daar word ik heel blij van om iedere week wat bij te kunnen dragen aan een ieders welzijn.” Ze vindt dat we met elkaar heel sterk zijn en vindt het tegelijkertijd een enorme uitdaging om het voor elkaar te krijgen.
Tijdens de repetitie geeft ze aanwijzingen over lijf, adem en positie. Ze maakte een opmerking: “Het mag wat gespierder. Er werd gelachen, maar men wist wat ik bedoelde en het werd direct een ander soort zingen”.
Als laatste wil ze nog zeggen dat ze bewondering heeft voor het artistieke team. En voor de initiatoren Jan, Harm en Gerrit die dit allemaal voor elkaar weten te krijgen.
Tekst: Gienus Woldring